The World’s Wife is gebaseerd op een dichtbundel van Carol Ann Duffy en reflecteert op collectieve, historische en mythologische verhalen, herverteld vanuit een vrouwelijk perspectief. Geïnspireerd door Duffy’s poëzie schreef componist Tom W. Green een kameropera voor zang, strijkkwartet en loop station.
Tijdens de opera nemen uiteenlopende, al dan niet fictieve vrouwen het woord, variërend van het seksueel ontwakende Roodkapje tot koning Herodes’ vrouw, een beschermende, moederlijke leeuwin. Als muzikaal antwoord brengt Green een ode aan vrouwelijke componisten uit het verleden wiens muziek soms onterecht genegeerd werd, zoals Clara Schumann en Fanny Mendelssohn. Ragazze Quartet en de Nederlandse operaregisseur Jorinde Keesmaat brengen voor het eerst een geënsceneerde versie van de opera. Keesmaat (bekend van o.a. Andriessens Anais Nin + Odysseus Women) is geïntrigeerd door de afwezigheid van de vrouwelijke stem die in Duffy’s poëzie paradoxaal genoeg oorverdovend klinkt. Terwijl de personages hun individualiteit uitdrukken, blijven ze tegelijkertijd gestrikt in een mannelijk gesponnen web van verhalen.
In een poging om een eigen verhaal te weven, verkennen vijf vrouwelijke performers hun historische en mythologische voorgangers. Ze laten zich daarbij leiden door de warme baritonzang van transgender operazangeres Lucia Lucas, die haar innerlijke stem als geen ander herkende en beantwoordde. Samen ondernemen ze een reis die leidt naar een (her)ontdekking van een collectieve en individuele, vrouwelijke stem.
Foto: Nichon Glerum